10 leuke spelletjes voor op de achterbank

Is het moeilijk om de kinderen rustig te houden op de achterbank tijdens de lange rit naar Frankrijk? Wij hebben wat tips voor je. Een aantal leuke spelletjes die je gemakkelijk kan spelen met de kinderen. Zo lijkt de reis korter en hebben jullie de grootste lol samen!


1.”Banaan!”

Het bananenspel is een leuk, simpel spelletje voor jonge kinderen. Iedere keer wanneer iemand een gele auto ziet, roept hij of zij “banaan!” en krijgt een punt. Degene die aan het eind van de rit (of speel tot de volgende pauze) de meeste punten heeft, heeft gewonnen.


2. Caravans tellen

Voor jonge kinderen is tellen een spelletje. Laat je kinderen caravans, auto’s met honden in de achterbak of campers tellen. Dan zijn ze wel even zoet.


3. Kilometer gokken

Voor wat oudere kinderen is dit een uitdaging. Hoe lang duurt een kilometer eigenlijk? Laat de kinderen op hetzelfde moment hun ogen sluiten. Wanneer de ogen gesloten zijn gaat de tijd in. Zodra ze denken dat er een kilometer is afgelegd roepen ze “ja!” en mogen ze de ogen weer open doen. Wie het dichtst bij zat, is de winnaar!


4. Woordentrein

De eerste speler noemt een dier, bijvoorbeeld ‘hond’. De volgende speler moet dan een dier noemen wat begint met de laatste letter van ‘hond’, bijvoorbeeld ‘dolfijn’. De volgende speler noemt weer een dier met de letter ‘n’ en zo gaat het spelletje door totdat er iemand is die geen dier meer weet te noemen. Natuurlijk kan je dit spelletje ook spelen met plaatsnamen, etenswaren of voetballers.


5. Wie of wat ben ik?

Één persoon neemt een persoon of voorwerp in gedachten. De anderen moeten vragen stellen om erachter te komen wie of wat die persoon is. De vragen mogen alleen met ‘ja’ en ‘nee’ worden beantwoord. Wie het goed geraden heeft mag in de volgende ronde een persoon of voorwerp in gedachten nemen.


6. Kunstwerkjes maken

Neem een rol aluminiumfolie mee in de auto. Tijdens de rit kun je stukken van de folie afscheuren en aan de kinderen geven om er wat leuks van te maken. Bijvoorbeeld een armband, ketting, zwaard of een vliegtuigje.


7. Wedstrijd met woorden

Probeer in vijf minuten tijd zoveel mogelijk nieuwe woorden te maken van de letters uit het woord ‘vakantiebestemming’. Dit kan door om de beurt een woord te roepen of door alle woorden op te schrijven.


8. Auto’s tellen

Spreek met elkaar een kleur af, bijvoorbeeld ‘blauw’. Tel de auto’s met de kleur ‘blauw’. Na 10 blauwe auto’s krijgt iedereen wat lekkers.


9. Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet…

“Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet… en het is: rood.” zo begint dit spelletje. Iemand neemt een voorwerp, in de auto of buiten wanneer jullie een tussenstop houden, in gedachte. De rest moet raden wat diegene ziet. Degene die geraden heeft wat de ander in gedachte had mag nu een voorwerp in gedachte nemen en de volgende zin uitspreken: “Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet… en het is: …”
Let op: het voorwerp moet voor iedereen te zien zijn, zo houd je het spelletje leuk.


10. Het ABC-spel

Dit spelletje heeft alles te maken met het alfabet. Iemand begint met de zin “Ik ging op vakantie met een ‘aap’.” de volgende speler moet deze zin aanvullen met een woord wat begint met de letter ‘b’. De derde persoon met een ‘c’, enzovoorts. De zinnen hoeven niet altijd met hetzelfde te beginnen. De enige spelregel is dat het laatste woord moet beginnen met de volgende letter van het alfabet.


Ben je een beetje klaar met de spelletjes? Geef de kinderen een tablet of een portable dvd-speler en ze zijn úren zoet!